Als er in jouw organisatie met DISC wordt gewerkt, hoor je collega’s vast weleens zeggen ik ben groen, geel, rood of blauw. Maar dit klopt niet. Want je bent geen kleur maar je doet een kleur. DISC gaat over gedrag, over jouw verbale en non-verbale communicatie. Het is direct zichtbaar en hoorbaar.

De mens en de ijsberg
Als je voor een mens de metafoor van de ijsberg zou gebruiken, dan is gedrag het topje van de ijsberg. We zien het direct en hebben vaak al een oordeel of mening over hoe iemand is maar eigenlijk zegt het dus alleen iets over de stijl van communicatie en de uiterlijke kenmerken. Het grootste deel van ons zelf zit onder water. Pas als we iemand beter leren kennen, kunnen we ook beter begrijpen waarom iemand doet wat die doet. Drijfveren, motieven, waarden, opvattingen en overtuigingen komen dan wat meer aan de oppervlakte.
Je frequentie afstemmen
Een collega die bijvoorbeeld zegt: Tja, ik ben nu eenmaal rood…, kan dit als excuus gebruiken om het eigen DISC gedrag te vergoelijken. De opmerking lijkt hier ook een vaststaand feit. Niets is minder waar: Wij zijn in staat om onze gedragsfrequentie af te stemmen op een ander om het contact prettiger en effectiever te krijgen. We moeten hier vaak wel een beetje moeite voor doen. Als we elkaar nodig hebben of aardig vinden, zijn we daar gemakkelijk toe bereid.
In je werk speek je vaak een rol: in contact met je klanten doe je dan moeite om verbinding te maken zodat de ander zich op zijn gemak voelt. Het hoort bij jouw functie om dat te doen. Denk ook eens aan de andere rollen in je leven en welke gedrag je daar inzet: als ouder, kind van, vriend, partner, sportmaatje, etc. We zijn niet constant hetzelfde in ons gedrag maar blijven wel herkenbaar in de basiskleur(en) die je het vaakst inzet.
Sommige kleuren staan je minder
Ik zou weleens wat assertiever willen zijn. Ik zou weleens vaker tot 10 willen leren tellen. Ik zou wel eens wat vrolijker en optimistischer willen zijn. Ik zou weleens niet de eerste willen zijn die reageert.
Deze opmerkingen zijn vaak spot-on: er zit een verlangen in naar een gedragsstijl die jezelf nu minder inzet. Als een gedragsstijl heel laag is, is het niet aannemelijk dat je, door er op te oefenen, die stijl ineens veel laat zien.
Sommige aspecten/vaardigheden die bij een stijl horen, kun je jezelf wel aanleren maar die stijl zal niet zomaar je tweede natuur worden.
Je doet goed zoals je doet en soms wil je meer
Mijn advies is: benut je eigen communicatiestijl optimaal en focus je niet op het onder de knie krijgen van je lage stijlen. Maak in die stijlen een keuze uit de vaardigheden die je wilt ontwikkelen en die jou van pas komen.
Bijvoorbeeld: Ik wil meer zichtbaar zijn in een overleg. Dat doe je niet zo maar. Wat in dit geval zou kunnen helpen is goed voorbereiden op het overleg, alvast om input vragen, weten waar je iets over in te brengen/te vragen hebt, het voorbereiden van wat je wilt gaan zeggen en vragen. Tot zover passend bij je eigen stijl.
Daarnaast kan je in het overleg gemakkelijker elementen uit die andere stijl laten zien door bewust wat rechterop en naar voren te gaan zitten. Een keer als eerste het woord te nemen, tussendoor vragen te stellen, etc. Dit zal nu gemakkelijker gaan omdat je jezelf wat zelfverzekerder kunt voelen door je goede voorbereiding.
Vraag je niet af ‘welke kleur ben ik’ maar ‘welke kleur doe ik’
Als je in je werk de kwaliteiten in kunt zetten die bij jouw voorkers gedragsstijl passen, dan voel je je vaak als een vis in het water. Het werk dat je doet gaat je dan goed af en geeft je bovendien energie. Dat jij een andere voorkeurs kleur hebt dan je collega, maakt jullie als team alleen maar kleurrijker en rijker aan kwaliteiten. Dus doe in het team allemaal je eigen kleur, stem je frequenties op elkaar af voor een fijne samenwerking en maak optimaal gebruik van alle kleuren in het team.
Ga terug naar het overzicht